Bij melkveehouderij Hoek-Neihof in het Overijsselse Markelo krijgen de koeien vanaf het moment dat ze worden opgestald stoppelknollen. Voor 1950 was dit een belangrijk veevoer. Nu wordt het gewas vooral verbouwd als groenbemester en nog maar sporadisch gebruikt als voedermiddel. Het is een arbeidsintensieve teelt; zaaien gebeurt met de hand, net als het trekken van de knollen...
Op Erve Schüppert in Markelo krijgen de koeien al sinds mensenheugenis knollen. ‘Mijn vader teelde ze en zijn vader ook’, herinnert Gerrit Hendrik Neihof (93) zich. De kunst, zegt hij, zit 'm in het zaaien. 'Dat moet mooi gelijkmatig gebeuren, zodat de knollen voldoende ruimte hebben om te groeien.' Neihof senior heeft dat lang zelf gedaan. Nu doet zijn kleinzoon Thijs Hoek dat. In eerste instantie nam die te grote passen. 'Maar hij heeft het nu goed in de vingers', zegt Neihof trots.
Ga met de knop naar de rest van het artikel